DE DROOM
Wat wilden jullie met jullie project bereiken? Hoe zag/ziet jullie droom voor onderwijs in Vlaanderen eruit?
Jeroen Devos: Ons onderwijs- en economisch systeem is sterk gericht op personen met een grote cognitieve kennis of toch zeker de mogelijkheid om op korte tijd veel kennis te kunnen verwerken/verwerven. Het onderwijssysteem is gericht op theoretische kennis, studeren en van buiten leren. En voor wie daar sterk in is, worden de deuren makkelijker geopend. Maar voor wie daar niet zo sterk in is, is het veel moeilijker om in datzelfde onderwijssysteem alle mogelijkheden te benutten. In ons huidig onderwijsaanbod vinden ook veel jongeren, ondanks een sterke cognitieve basis, hun gading niet die aansluit bij hun talenten en interesses. Ook uit de bestaande arbeidszorginitiatieven en de maatwerkbedrijven kwamen er signalen dat ze zich zorgen maakten over de toekomst van een grote groep schoolverlaters uit het BuSo en BSO (en deeltijds) onderwijs die geen betaalde tewerkstelling (regulier of beschermd) meer aankunnen. Dat is zeker zo voor jongeren met een multi-problematiek die via een klassieke schoolloopbaan hun weg niet vinden. Vaak werden ze eerder doorverwezen naar het BuSo maar nadat ze de school verlaten, worden ze vaak aan hun lot overgelaten. Met ons project wilden we zoek gaan naar een leersysteem waarbij die jongeren hun eigen talenten leerden ontdekken zodat ze zich helemaal thuis konden voelen. We kiezen voor talentgericht onderwijs en werk dat gericht is op het versterken van hun talenten, ongeacht mogelijke beperkingen. Ons project is er voor jongeren die hun plek niet vinden in ons huidig onderwijssysteem. We gingen op zoek naar alternatieve vormen van onderwijs voor kinderen die normaal begaafd zijn, maar voor wie het huidige onderwijssysteem geen antwoord biedt op hun noden en leerpatronen. Het was onze droom om zo snel mogelijk naar een ‘inclusieve’ arbeidsmarkt te gaan, waar iederéén op terecht kan.
Maar een inclusieve arbeidsmarkt is niet mogelijk als daar ook niet eerst echt inclusief onderwijs aan voorafgaat dat de hokjes van ASO, TSO, BSO en BuSO overstijgt. Daarom wilden we een proeftuin opstarten waarbij scholen binnen een scholengroep samenwerken en inclusieve gemengde klasgroepen oprichten. De leerstof zou projectmatig en vakoverschrijdend aangereikt worden door vakleerkrachten. Zorgleerkrachten zouden ondersteuning op maat aanbieden zodat elke jongere – naar zijn of haar capaciteiten – kon groeien. De klassikale leerstof zou aangevuld worden met stages bij verschillende bedrijven. Elke leerling zou de mogelijkheid krijgen om te proeven van werkervaring en verwachtingen. Op basis van de interesses en capaciteiten zou een traject op maat uitgestippeld worden. Binnen het project wilden we dat er extra aandacht zou gaan naar de meest kwetsbare jongeren. Een arbeidszorgbegeleider zou de brugfiguur zijn tussen de school en het bedrijf die voor stageplaatsen zorgt, dat de jongeren in die stages hun competenties zouden kunnen versterken en die daarna zou terugkoppelen naar de school. De arbeidszorgbegeleider moest ook het eerste aanspreekpunt voor elke jongere met een vraag of nood, zowel op school als op de stageplaats. Hij zou, samen met de school, zorgen voor de communicatie naar de ouders en de omgeving van de jongere. We hoopten dat die begeleiding een vlotte overgang van school naar een bedrijf zou betekenen. Ook daar zou de arbeidszorgbegeleider ondersteuning blijven bieden: de jongere helpen in het versterken van de eigen capaciteiten, mee naar oplossingen op maat van de jongeren bij moeilijkheden op de werkplek zodat zij met hun specifieke sterktes ook optimaal zouden kunnen bijdragen aan het economisch proces.
De steun van de Europese Commissie voor de productie van deze website houdt geen goedkeuring van de inhoud in. De inhoud geeft de standpunten van de auteurs weer en de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik dat eventueel wordt gemaakt van de daarin opgenomen informatie.