DE REALITEIT
Wat hebben jullie bereikt? Zijn jullie initiële uitgangspunten veranderd en waarom? Waar of hoe hebben jullie moeten bijsturen?
Video
OP HET VLAK VAN ONDERWIJS
Reflexief monitor Evelien Neirynck: Ons uitgangspunt was om het talent-denken en het ervaringsgericht leren te introduceren in de scholen, met als einddoel dat niet iedere leerling hetzelfde leerparcours zou moeten volgen. En we wilden ook een brug leggen naar de arbeidsmarkt waar het talent-denken dan ook in die context kon verdergezet worden. Wij zagen in een leerhub leerlingen, al dan niet met een beperking, al echt werken aan realistische opdrachten samen met mensen uit het bedrijfsleven, onder begeleiding van een leerkracht en met een ruime inbreng van andere betrokkenen, niet in de laatste plaats de ouders. Onze strategie was om daarvoor in elke school, volgens de principes van human centered design en co-creatie, een design-team op te starten met vertegenwoordigers uit de vele lagen waaruit een school bestaat.
Projectleider Katrien Debaets: De eerste grote uitdaging was om scholen te vinden die mee in zo’n traject wilden stappen. Dat hebben we misschien wel wat onderschat. In september 2020 konden we toch in drie scholen aan een traject beginnen waarbij we 2 fysieke leerhubs wilden opzetten. Het gaat over een traject met de secundaire Steinerschool in Brugge, samen met BuSO Ravelijn. En er is een traject in Campus Kompas van de GO! middenschool in Wetteren. Achteraf beseften we dat we in de scholen eerst echt als een grote buitenstaander werden ervaren. We werden gezien als niet-experten in onderwijs, wat ook – ten dele – zo is. Wij dachten dat dit geen probleem zou mogen zijn want zo konden we met een frisse blik kijken naar de dingen die er zijn. Wij weten natuurlijk wel dat er in het onderwijs eindtermen moeten worden behaald, maar we zitten er niet tot over onze oren in en zijn ons minder bewust van wat dit praktisch allemaal betekent. Ook de precieze rol en werking van de onderwijskoepels maken wij niet elke dag in de praktijk mee. Dat werd in het begin toch wel als een nadeel ervaren. Het stond in de weg om ons het vertrouwen te geven. In Wetteren hebben we onze focus gericht op een beroepsrichting omdat we het model van de leerhub wilden testen in een diversiteit aan onderwijsvormen en -groepen. De directie van die school was heel erg op zoek naar manieren om vernieuwing in de school te brengen. Wij hebben ons daar dan mee op ingeschreven. In Brugge zat de goesting om mee te werken vooral bij BuSO Ravelijn en zij waren echt vragende partij om onze expertise bij Konekt in de school binnen te brengen. Dat bleek een enorme hefboom voor ons. In de Steinerschool is Jolien, een van de projectmedewerkers toen, als oud-leerling het project gaan voorstellen. Zij heeft ook mooi laten zien hoe het kon samengaan met de methodiek van Steiner. Zo kregen we daar ook een voet aan de grond.
Projectmedewerker Femke Houbrechts: Met verschillende sleutelfiguren wilden we eerst zoeken naar een gemeenschappelijk doel, visie en taal. In ons idee was een design-team een hele diverse groep met directieleden, leerkrachten, maar ook ouders, leerlingen, ondernemers… Iedereen eigenlijk die de onderwijscontext vormgeeft. Maar die diversiteit in zo’n team krijgen, bleek weer een grote uitdaging. Om nog te zwijgen over het bepalen van het mandaat dat deze groep zou krijgen om in de school aan verandering te werken. Het team in Brugge bestond uiteindelijk uit de directie, twee leerkrachten en twee leerlingen en één ouder van elke school. Het design-team van Wetteren bestond uit de directie en tien leerkrachten. Omdat we kozen voor co-creatie als principe legden we deze teams niet zelf een duidelijk afgelijnd idee voor van hoe zo’n leerhub er zou moeten uitzien. Vanuit onze visie brachten we natuurlijk wel een aantal uitgangspunten in en we vroegen of ze zichzelf daarin konden vinden. De basisprincipes van de leerhub waren in het begin dus wel duidelijk, maar hoe die hub uiteindelijk vorm zou krijgen in de verschillende scholen, lieten we afhangen van het co-creatieproces. Met die teams probeerden we inzicht te krijgen in de onderwijscultuur en hoe de school in elkaar zat. Wij hadden daarvoor instrumenten beschikbaar om dat te kunnen doen, maar we merkten dat we daarin te snel gingen. We grepen nogal sterk terug naar onze ‘Konekt-methodiek’ die gebaseerd is op onze ervaring met inclusieve leer- en werkomgevingen voor personen met een (verstandelijke) beperking en het inclusiever maken van organisaties en bedrijven zodat iedereen er een actieve rol kan opnemen. Als geboren vormingswerkers hadden wij een ‘pakket’, een stappenplan, klaarliggen om het co-creatief proces aan te pakken. Maar dat liep hier wat stroef, merkten we. We zijn dan samen gaan zoeken naar een gedeelde uitdaging om aan te werken. In Wetteren haakten we in aan hun idee om coachingmomenten te voorzien voor elke leerling om het leerproces mee te begeleiden. Dit in combinatie met een wil om te innoveren, leerlingen sterk te motiveren om te leren en de nood aan individuele leerpaden, maakte dat we een ingang vonden voor ons project. Maar het heeft wel even geduurd voor we tot op dat punt waren. De leer- en coachinggesprekken die we voerden met verschillende betrokkenen bleken daarbij een sterke ijsbreker.
Katrien Debaets: Begin 2021 richtten we dan ook een overkoepelend ontwikkelteam op om te leren over innovaties in het onderwijs in het algemeen over de scholen heen. Daarin zaten de directies en enkele medewerkers van de betrokken scholen, experten uit arbeid en onderwijs, mensen met een beperking en ook ouders. Ze dachten mee na over een inclusieve leerhub en over een prototype dat zou getest kunnen worden in de scholen. We beslisten ook om het vakoverschrijdend werken voorlopig minder prioriteit te geven omdat de designteams eigenlijk al vakoverschrijdend waren samengesteld met leerkrachten uit verschillende vakrichtingen. Dat bleek beter te werken want in die prototypes waren verschillende quick-wins ingebouwd.
Een overkoepelend ontwikkelteam met directies en medewerkers van de scholen, experten uit arbeid en onderwijs, mensen met een beperking en ook ouders dachten mee na over een prototype van een inclusieve leerhub om te testen in de scholen.”
Femke Houbrechts: We organiseerden kleine activiteiten waar iedereen snel de voordelen van zag. Van daaruit konden we ook de onderliggende visie geleidelijk aan binnenbrengen in de scholen. Een voorbeeld: in de Steinerschool konden – door corona – geen stages meer doorgaan. Plots konden er een aantal leerdoelen niet meer gehaald worden. Samen met de leerkrachten hebben we dan een week vorming georganiseerd waardoor die leerdoelen toch behaald konden worden. Maar tijdens die week hebben wij ook een aantal principes kunnen toepassen, bijvoorbeeld talentgericht werken, buitenschools en ondernemingsgericht leren, werken aan de 21st first century skills en werken vanuit een growth mindset enzovoort. Iedereen was daar heel enthousiast over en op die manier verbeterde de relatie met de school aanzienlijk. We werden het vlotter met de directies eens over de doelen, de visie en de verschillende rollen die mensen kunnen innemen in een leerhub. Dus, achteraf bekeken, zijn we blij dat we niet opgaven maar zijn blijven zoeken samen met de scholen.
Katrien Debaets: Nog een voorbeeld van zo’n quick-win zagen we in BuSO Ravelijn. De directeur wilde daar ook de principes van de growth mindset in de praktijk brengen. Vanuit het project verzorgden we daarover een aantal workshops. Daaruit kwam voort dat bijvoorbeeld de stages meer gebaseerd werden op de ambities van hun leerlingen. In Wetteren hebben we met het team aan talent-denken gewerkt. In workshops konden de leerkrachten zelf ervaren hoe het is als je vanuit je eigen talenten mag werken en als je verschillende talenten in een team samenbrengt. Zo ervaarden ze de basisprincipes die ze daarna ook in hun werk met leerlingen konden toepassen. Daar waren ze heel enthousiast over.
Evelien Neyrinck: Op dat enthousiasme borduurden we voort om samen na te denken hoe we dit nu konden duurzaam maken. Begin juli 2021 organiseerden we daarvoor een synthesedag. Vanuit onze geleerde lessen distilleerden we vier scenario’s voor een leerhub die we voorstelden aan de scholen. We zagen twee bepalende assen voor een inclusieve leerhub:
- LEREN in de school versus LEREN in de samenleving
- EVALUEREN gemeenschappelijk versus EVALUEREN op maat
1. Leren in de school / Evaluatie op maat
2. Leren in de samenleving / Evaluatie op maat
3. Leren in de school / Gemeenschappelijke evaluatie
4. Leren in de samenleving / Gemeenschappelijke evaluatie
Afhankelijk van waar een school zich wil positioneren, kunnen andere accenten worden gelegd.
Femke Houbrechts: We maakten die verschillende scenario’s heel concreet. We stelden het bijna als een stripverhaal voor, heel filmisch. Bijvoorbeeld: als een leerling aankomt op school, wat doet hij/zij/x dan? Waar gaat ze naartoe? Wie komt ze tegen? Bij de evaluatie: met wie heeft hij een gesprek? Op welke plaats gebeurt dat gesprek? Deze matrix werd ons inspiratiemodel voor een aantal toekomstbeelden die verschillende types inclusieve leerhubs voorstellen in zijn extreme variant. Die uitersten waren erg inspirerend om te laten zien hoe ver je kunt gaan. Afhankelijk van waar men zich als school wil positioneren, kunnen andere accenten worden gelegd.
Femke Houbrechts: “We maakten de verschillende scenario’s voor een leerhub heel concreet. We stelden het bijna als een stripverhaal voor, heel filmisch. ”
Katrien Debaets: Vanuit die scenario’s ontstond in Brugge op zeker moment een echte aha-erlebnis. De school had namelijk een serre en landbouwgrond maar het was te moeilijk geworden om die te bewerken. Men stond op het punt om dat werk uit te besteden. Toen bleek dat de Steinerschool een vak tuinbouw had, maar geen grond meer! Dat was echt een hele mooie match die daar ontstond, alhoewel die nog heel functioneel was. De twee scholen besloten om er samen aan te gaan werken en toen begonnen de ideeën over elkaar te buitelen. Dat gaf ons ook heel veel energie, want plots beseften we dat die leerhotspot er echt ging komen. In het begin bleef die samenwerking nog altijd beperkt. Iedere school kwam op die plaats nog gewoon zijn eigen ding doen. Ieder gaf zijn vak op dezelfde locatie, maar de verbinding maken en de nieuwe principes integreren was er nog niet bij. Toen hebben we op vraag van de Steinerschool een zelfreflectietool gemaakt. Dat was een leertool die ze in alle leerjaren kunnen gebruiken en die vertrekt van krachtgericht werken. Ze zetten die toen in als hefboom in de serre om zo met hun leerlingen aan de slag te gaan.
Femke Houbrechts: “We organiseerden kleine activiteiten waar iedereen snel de voordelen van zag. Iedereen was daar enthousiast over en zo verbeterde de relatie met de scholen aanzienlijk. Van daaruit brachten we ook onze onderliggende visie geleidelijk binnen in de scholen.”
Femke: Die tool is tot stand gekomen in de Steinerschool toen we na de week van de gemiste stages gestart waren met een mini-onderneming. In die mini-onderneming zaten al veel elementen van de leerhub in. Maar de begeleidende leerkracht zat met de handen in het haar over hoe ze dat kon evalueren. Iedereen had immers een individueel traject. We werkten krachtgericht, dus de evaluatie kreeg een heel andere rol. Ze zat vervat in het hele proces en niet meer (alleen) op het einde. Samen zijn we dan gekomen op een talent-portfolio met coaching-reflectiemomenten voor de leerlingen. Dat hebben we uitgetest, hier en daar wat veranderingen aangebracht, tot we uiteindelijk tot een (digitaal) leerportfolio zijn gekomen. Elke leerling kan daarin zijn leertraject zien, maar de tool voldoet ook aan de vraag van scholen om de leerdoelen en eindtermen erin te kunnen zien. Er zitten ook coaching-gesprekken en alle elementen van de growth mindset in. Ook BuSO Ravelijn en de school in Wetteren gebruiken die tool nu. Elke school heeft er wel een eigen versie van kunnen maken. Bijvoorbeeld de terminologie van Steinerschool komt niet altijd overeen met die van de andere scholen. Alle Steinerscholen gaan nu deze tool gebruiken. Dat doet ons veel plezier natuurlijk.
Evelien Neyrinck: In Wetteren was men ook al beginnen werken met coaches op school. Die coaches waren door de voorgestelde scenario’s ook heel gemotiveerd geraakt om voluit voor een leerhub te gaan. Daaruit is dan het ‘etalage-project’ ontstaan. Dat was een samengaan van de leerlingen van de afdelingen elektriciteit en verkoop – die dan nog eens in een ander leerjaar zaten – in een leerhub. Een van die leerkrachten merkte dat ze hun leerlingen misschien aan het klaarstomen waren voor een job waarvoor ze niet gemotiveerd waren. Ze wilden echt anders beginnen omgaan met hun leerlingen. Met die leerkrachten hebben we een talentensessie gedaan. Zo kwamen ze op het idee om samen te werken om de etalage van een kapsalon te gaan inrichten. Om de goesting daarvoor bij hun leerlingen aan te zwengelen gingen ze eerst kijken naar de talenten die er in de groep aanwezig waren. De uitdaging was om leerlingen individuele leertrajecten te laten lopen terwijl ze toch voldeden aan de eindtermen. Voor de leerkrachten was het een hele uitdaging om een heel andere rol op te nemen. Ze waren het bijvoorbeeld niet gewoon om samen te werken. Ook de talenten van de individuele leerkrachten lagen anders en dat wilden ze zoveel mogelijk in hun voordeel benutten. Daar hebben wij vooral onze coachende rol opgenomen.
Evelien Neyrinck: “In de school in Wetteren was men ook al beginnen werken met coaches op school en die raakten heel gemotiveerd om voluit voor een leerhub te gaan. Zo kwamen ze op het idee om samen met de afdelingen elektriciteit en verkoop – en met leerlingen die dan nog eens in een ander leerjaar zaten – te werken aan de inrichting van een etalage.”
OP HET VLAK VAN WERK
Katrien Debaets: In de ideale wereld gingen we ook arbeidsactoren in de leerhub brengen. Maar door corona was het al heel snel duidelijk dat dit geen optie was. Als alternatief hebben we dan wel samen met VDAB, GTB en het departement Werk en Sociale Economie een netwerk opgezet om te gaan kijken hoe we op een andere manier naar werk kunnen kijken. Onze focus lag daar echt op de groep van mensen met een beperking. Daar is Disruptief Inclusief uit voortgekomen. Samen met werkgevers, mensen met een beperking én hun netwerk willen we alle drempels, noden, onduidelijkheden en ambities in kaart brengen om uiteindelijk de heersende mindset te veranderen en mensen met een beperking ook betaald aan het werk te krijgen. Want ook zij worden graag erkend en beloond voor hun werk. Disruptief Inclusief werd door het InnovatieNetwerk Overheid verkozen als een van de vijf innovatieve projecten die Vlaanderen een warm hart toedraagt. Wij werken nu samen met alle partners aan een website waar mensen met een beperking op een toegankelijke manier informatie vinden over hun rechten om te werken. Want daar zijn heel veel misverstanden over. Verder willen alle partners ook stappen zetten om alle goede bedoelingen die er zijn in de praktijk om te zetten. Bij Konekt bijvoorbeeld is Kurt Vanhauwaert nu deel van ons team als trainer-consultant. We werken ook met dagcontracten voor mensen met een verstandelijke beperking. We willen dus stappen verder zetten, voorbij het vrijwilligerswerk. Zo willen we zelf het goede voorbeeld geven aan andere ondernemers. We hadden gehoopt dat we al echt verandering zouden kunnen brengen in de rekrutering. Maar daar zijn we er nog niet helemaal. Er lopen al wel een aantal test-cases.
EEN VOORBEELD
In een bedrijf voeren de onthaalmedewerkers misschien wel tien verschillende taken uit: klanten ontvangen, administratie, gegevensinput enzovoort. De ene is waarschijnlijk beter in administratie en de andere is beter in onthaal. Maar eigenlijk wordt er van iedereen verwacht dat je al die taken kunt. Zo zie je mensen soms worstelen. Er komt ook wrijving en spanning van want ‘die kan dat wel goed en ik niet’. Stel dat je mensen zou kunnen aanwerven die heel sterk zijn in menselijk contact of in dienstverlening en iemand anders in administratie. Zo kan je vanuit hun talent gedifferentieerde jobs hebben die allemaal onder de noemer ‘onthaalmedewerker’ vallen. Zo krijg je een echt complementair team dat veel performanter is, waar mensen beter zullen werken én zichzelf ook beter voelen.
Kurt Van Hauwaert maakt deel uit van het Konekt-team als trainer-consultant.
De steun van de Europese Commissie voor de productie van deze website houdt geen goedkeuring van de inhoud in. De inhoud geeft de standpunten van de auteurs weer en de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik dat eventueel wordt gemaakt van de daarin opgenomen informatie.