DE REALITEIT
Wat hebben jullie bereikt? Zijn jullie initiële uitgangspunten veranderd en waarom? Waar of hoe hebben jullie moeten bijsturen?
Opmerking: Het interview vond plaats op 9 maart 2022. Mogelijk is er al een en ander veranderd in de regelgeving op het moment dat u het leest. Hier vindt u nieuwe maatregelen die in het schooljaar 2022-2023 in werking zijn getreden.
LAB heeft een simpele missie: goesting geven om te blijven leren. En dat niet alleen voor leerlingen, maar ook voor leerkrachten. Want net zoals leren voor leerlingen dé vaardigheid van de toekomst wordt of al is, is dat ook voor leraren zo. Leraren moeten een andere rol opnemen en meer gaan coachen. Dat betekent ook dat je dat moet leren.
Kristien Bruggeman: We vinden het heel belangrijk dat kinderen een brede opleiding krijgen. Het mag niet alleen om louter theoretische reproductie gaan. We willen dat onze leerlingen ook ervaringsgerichte kennis opdoen en dat ze vooral zichzelf ook leren kennen omdat je zo kan werken aan die zo noodzakelijke vaardigheden voor de 21ste eeuw. Om dit te bereiken, organiseerden we onze school heel anders dan op de traditionele manier. Onze leerkrachten vormen daarin de absolute spil. Zij hebben een voltijdse opdracht en zijn een hele week op school. Samen in hun team zijn zij verantwoordelijk voor een vaste groep leerlingen. Dat is waarschijnlijk de meest zichtbare verandering ten opzichte van het traditionele secundair onderwijs. Deze manier van werken zorgt ervoor dat onze leerkrachten ook echt een coachende rol kunnen opnemen en dat zij samen in leraren-ontwerpteams vakoverstijgend projectmateriaal kunnen uitwerken.
DIEP LEREN
Om aan te zetten tot ‘diep’ leren biedt LAB een combinatie van theoretische, ervaringsgerichte en persoonlijke kennis aan in verschillende contexten. Bij LAB is er geen klassieke lesstructuur. Elke dag en elk uur is vakoverschrijdend. Het team van leerkrachten werkt samen en daardoor vervagen de vakgrenzen. Verschillende vakken komen samen in stimulerende leeractiviteiten. Zo wordt de link gelegd tussen bijvoorbeeld wiskunde en natuurwetenschappen, tussen aardrijkskunde en geschiedenis en komt er een meer tastbaar antwoord op de eeuwige vraag: ‘Waarom moeten we dat kennen?’ Soms wordt vertrokken vanuit de praktijk, soms vanuit de theorie. Leerlingen leren om in elke fase van het leerproces de eigen vorderingen te evalueren en persoonlijke kennis te ontwikkelen. Een team van leerkrachten en coaches begeleidt dit traject en bewaakt de leerdoelen. Elke leerling kan bij elke leerkracht terecht met vragen. Bij LAB geen ‘meneer’ of ‘mevrouw’. De leerlingen spreken hun leerkrachten aan met de voornaam.
Hoe het er elke dag aan toegaat, lees op je de website van LAB of zie je in de Pano-reportage.
Pano maakte een reportage waarin de werking van LAB uitgebreid aan bod komt.
We willen een echte lerende school zijn, stellen onszelf continu in vraag en sturen bij. Onze leerkrachten werken in team aan een uitdagende leeromgeving. Wij vragen onze leerlingen om zich te engageren het beste uit zichzelf te halen. Met de ouders willen we een open en constructieve dialoog aangaan met de school. Feedback van leerlingen, ouders, leerkrachten, zorgcoach en CLB moedigen we aan zodat we samen kunnen groeien.
Digitale leeromgeving
LAB integreert echte digitale vaardigheden in het leerproces en gebruikt daarvoor Google Classroom om heel eenvoudig opdrachten uit te wisselen. Leerlingen kunnen bronnen delen en communiceren via lesgroepen of via e-mail. De leerkracht ziet meteen wie zijn werk inlevert en kan in realtime feedback geven. Tijdens de leeractiviteiten gaan de leerlingen zelfstandig op een chromebook aan de slag, snelle laptops met toegang geven tot educatieve apps en bronnen op het internet. Met een persoonlijke login kan iedereen eender waar en wanneer aan de slag. Er zijn geen schoolboeken, dus moeten er hoogstens wat lichte mapjes vervoerd worden.
We hebben veel tijd geïnvesteerd in het ontwerpen van een eigen evaluatie-app die geïntegreerd werken mogelijk maakt en die de planlast vermindert. De app stimuleert ook zelfevaluatie en samenwerking bij leerlingen en leerkrachten. We kunnen er veel nuttige data uithalen die nuttig zijn voor de school, de leerkrachten en ook de leerlingen. Een voorbeeld is bijvoorbeeld hoeveel procent van onze leerlingen slagen voor toetsen. De ouders hebben ook toegang tot deze app.
LAB biedt een brede opleiding
Kristien Bruggeman: Wij kozen ervoor om onze leerlingen zo breed mogelijk op te leiden tot 16 jaar. Een, volgens ons, te starre kwalificatiestructuur maakt dit moeilijker. Omdat wij als school autonoom werken – rechtstreeks onder het departement onderwijs, en niet onder een koepel – zijn we erin geslaagd om toch tot zo’n doorgedreven basisvorming te komen. Let op, we hebben niet de kwalificatiestructuur kunnen aanpassen, dat is een werk van heel lange adem. Dus leerlingen moeten nog altijd kiezen voor een bepaalde richting, vanaf de tweede graad zeker. Maar door de wetgeving uit te puren en de mogelijkheden te benutten die er nu al zijn, hebben we nu toch al een brede tweede graad met leerroutes op maat van elk kind. En we drijven dat ver door. Onze leerlingen kunnen heel flexibel een keuze maken. Ze kunnen bijvoorbeeld de richting Wetenschappen volgen en tegelijk ook het specifieke pakket van Humane Wetenschappen mee opnemen.
Wat we merken is dat bijna alle onze leerlingen bij ons blijven tot en met het vierde jaar. Ze blijven dus allemaal in het, voormalige, ASO. Dat is in andere scholen zeker niet het geval. Kinderen worden veel sneller in een bepaalde richting ‘geduwd’. Ik nam nog net deel aan de klassenraad van ons vierde jaar. En ik merk dat daar nu kinderen zitten waarvan we ons in het tweede jaar afvroegen of het voor hen wel zou lukken, maar die het nu heel goed doen. Dat bewijst dat kinderen zo veel kunnen groeien als ze de nodige tijd en ruimte krijgen. Het lukt niet voor iedereen, maar voor een heel groot deel wel. En daar word ik héél blij van. Voor ons bewijst dit dat de eigenlijke oriëntatie pas in aanloop naar het vijfde jaar moet gebeuren. Dan kunnen ze heel gericht een keuze maken, en daar zijn wij ook heel gericht mee bezig. Ze reflecteren op vragen zoals: ‘wie ben jij ?’, ‘wat interesseert jou?’, ‘in welke richting wil je gaan?’, ‘welke job zie jij je later doen?’…. Onze coaches besteden daar heel veel tijd aan, maar we werken ook met een TAPAS-profiel voor studenten – een coachingdocument dat de talenten, passies en interessegebieden van iemand probeert in kaart te brengen, de congruentie tussen wie deze persoon is en wat deze doet en de energie die men voelt voor al deze aspecten. Onze leerlingen organiseren drie keer per jaar zelf een gesprek met hun ouders en coach en zij nemen zelf de leiding van dit gesprek op. Samen bekijken ze, op basis van hun profiel, welke richting ze zouden willen uitgaan en waar ze dan vanaf dat ogenblik méér (of ook wel minder) op moeten inzetten. Dat werkt heel goed. De onderwijsinspectie was hier ook bijzonder lovend over.
“Het gedreven lerarenteam stimuleert een optimale ontwikkeling van alle leerlingen. Het creëert een krachtige leeromgeving die inspeelt op persoonlijke en externe factoren. De differentiatie door verschillende leerroutes en de dynamische inzet ervan is daar een krachtig voorbeeld van. Afwisselende projecten maken het leren betekenisvol. De leraren remediëren doelgericht. Ze hebben ruime aandacht voor metacognitieve kennis en vaardigheden waarbij ze leerlingen stapsgewijs laten groeien in zelfregulering en verbindende communicatie. De leraren geven geregeld effectieve feedback met het oog op de vooruitgang van de leerlingen in het leer- en ontwikkelingsproces. De vertaling van de leerdoelen in succescriteria die begrijpelijk zijn voor de leerlingen, en het gebruik van rubrics dragen daar bij uitstek toe bij en vormen de voedingsbodem voor regelmatige feedup en feedforward. De differentiatie via leerroutes, de ruime aandacht voor metacognitieve vaardigheden en de feedback zijn voorbeelden van goede praktijk.”
Onze keuze voor digitaal leren is daarvoor heel belangrijk want zo kunnen we echt heel erg op maat van elke leerling werken. Soms merk ik wel dat ze – door de keuze die ze maakten – naar een andere school moeten omdat wij die bepaalde richting niet aanbieden, en dat ze daar dan snel vastlopen omdat ze dan soms wel in een héél andere wereld terechtkomen met een heel beperkt geloof in de mogelijkheid van groei, waar alles nog altijd opgedeeld in hokjes en waar leerkrachten heel sterk ‘op hun vak’ blijven staan. Dat vind ik heel jammer. Onze leerkrachten kunnen die hokjesmentaliteit veel beter loslaten en relativeren meer omdat ze iets of iemand als een geheel kunnen bekijken. Hun perspectief is veel breder dan hun eigen vak.
Creatief versnellen
Echt ‘versnellen’ en leerlingen bijvoorbeeld een jaar laten overslaan, is nog niet echt mogelijk. Wat bij ons wel kan (maar ook in andere scholen), is dat leerlingen die slagen in de tweede graad TSO instromen in de derde graad ASO. Wij lossen het probleem van het versnellen op door leerlingen in het zesde jaar de mogelijkheid te geven een langdurige stage te volgen, een jaar naar het buitenland te gaan met een gespecialiseerde organisatie, of vakken uit het hoger onderwijs te laten volgen met een creditcontract. Dus administratief kunnen ze niet versnellen, maar wij làten ze wel versnellen. Een van onze leerlingen bijvoorbeeld zit in het zesde jaar, maar officieel nog maar in het vijfde. Hij kan volgend jaar voor 24 studiepunten een traject beginnen bij UGent, maar hij blijft ook bij ons om zijn vreemde talen bij te spijkeren. Dus bij ons lukt dat, maar een algemene regel wil men er nog niet van maken. Dat begrijp ik wel, maar het zou toch fijn zijn dat scholen die hier wel weg mee kunnen, de kans om dit soort trajecten te regelen. We blijven nog altijd in overleg met het departement om echte versnelde trajecten mogelijk te maken. We voelen wel dat we door sommige dingen die we realiseren heel veel druk zetten op de systemen die er zijn. Niet iedereen is hier altijd even gelukkig mee. Maar ik vind het nog altijd een voordeel dat we zelf kunnen uitvlooien welke mogelijkheden het huidige systeem toch al biedt, en dat we daar dan gewoon mee aan de slag kunnen gaan. Zo zijn we bijvoorbeeld heel blij dat er door onze inspanningen – om het niet ‘pushen’ te noemen – er best wel wat dingen veranderd zijn in de Examencommissie. Zo is het momenteel mogelijk dat leerlingen de examencommissie combineren met een schools traject, waarbij ze een aantal vakken afleggen bij de commissie en een aantal andere op school. Dit betekent alvast een grote stap vooruit voor leerlingen die willen versnellen. Het blijft onduidelijk wat dit kan betekenen voor leerlingen die ‘gestrand’ zijn in het (beroeps)onderwijs. We blijven dus in dialoog.
Er zijn ook al een aantal andere dingen in het onderwijssysteem aangepast, maar andere dingen die perspectief boden, zijn dan weer opnieuw dichtgespijkerd. Dat heeft niet zozeer met ons te maken, maar wel met scholen die werken met vestigingsplaatsen zoals bijvoorbeeld de keerpuntscholen, of De Met en van daaruit hun aantal leerlingen halen om te mogen starten of een tweede en derde graad op te richten. Zij realiseerden dat door de leerlingen van al hun vestigingsplaatsen op te tellen. Dat kan nu niet meer, tenzij de andere vestigingsplaats aansluit op je eigen perceelnummer. Dus zelfs onze campus in de Hekkestraat, op een kilometer van hier, zou geen vestigingsplaats meer kunnen zijn.
LAB, een lerende organisatie
Het opzet van de door ESF ondersteunde transitie-experimenten was om in de praktijk uit te testen hoe we op een andere manier kunnen gaan leven, leren en werken. Wij kozen ervoor om een flexibele en wendbare organisatiestructuur uit te testen die een lerende cultuur ondersteunt en koestert. In ons project wilden we van onze school een leerhub maken, waar andere scholen, pedagogische begeleiders en bedrijven zich kunnen ontwikkelen tot een lerende organisatie. Onze focus ligt daarbij op het stimuleren van het leervermogen van schoolteams, leerlingen en medewerkers in bedrijven. Dit biedt volgens ons immer de beste garantie op gedragswijziging, een belangrijke voorwaarde om de shift naar een lerende organisatie mogelijk te maken. In ons LAB Academy begeleidden we een transitie-coachingtraject aan de lerarenteams en directies van een middelbare school en een lagere school. We dachten samen na over een andere organisatiestructuur; gaven een opleiding over verbindende communicatie over inzetten op duurzaam teamwerk. Samen met Agoria werkten we een traject uit waarbij bedrijven zelf kunnen evalueren hoe ver ze al staan op hun pad naar een lerende organisatie.
Het ontwikkelen van het zelfsturend vermogen van een organisatie en van haar teams, blijft een intensieve en uitdagende klus. We stopten met het team erg veel tijd in opleidingen over heldere verwachtingen formuleren, verbindende communicatie en sociocratie. Maar we merken dat het voor mensen niet gemakkelijk is om spanningen en frustraties te benoemen. Misschien zit dit in onze Vlaamse genen? Velen blijven sterk hiërarchisch denken en durven hun gekregen initiatiefrecht niet op te eisen. We merken dat we heel voorzichtig stap-voor-stap moeten gaan waarbij we veel ondersteuning moeten geven of zelfs sturend moeten gaan werken.
Wat i.v.m. de lerende organisatie heel belangrijk is, en wat we in de steigers aan het zetten zijn, is een traject rond persoonlijk meesterschap voor onze collega’s, samen met Veranderwijs. Persoonlijk meesterschap gaat in essentie over van ‘reactief reageren’ te komen tot ‘creatief reageren’. Plat gezegd: “niet zeuren, maar een oplossing zoeken”.
Samen willen we werken aan wie we – als school – willen zijn, en of ieder zich daar persoonlijk in kan vinden en wat er daarbij dan nog geleerd kan, mag of moet worden en hoe je dat gaat aanpakken. Persoonlijk meesterschap gaat over zelfkennis, de verbinding met jezelf, weten wat je wil, zelfsturing, innerlijk leiderschap. Ik ben er echt van geschrokken hoeveel werk daar nog aan de winkel is, zelfs bij gedreven mensen. Bijvoorbeeld als je zegt: ‘sociocratie is navigeren onder spanning’ – zoals men het daar noemt – dan ervaar ik dat het moeilijk is om met dat soort begrippen verder te geraken. “Ik ervaar geen spanning”, zegt men dan. Maar het gaat niet over dat soort spanning, maar wel over de weerstand die je voelt als je iets doet wat niet met jezelf in overeenstemming is, en dat je nadenkt over waar die weerstand dan vandaan komt zodat je ook veel sneller kan ingrijpen als de emmer van frustraties dreigt over te lopen. Persoonlijk meesterschap is eigenlijk een individueel groeitraject, maar wel gestoeld op een gemeenschappelijke visie, namelijk ‘goesting geven om te blijven leren’.
Rekrutering van nieuwe leerkrachten
De rekrutering van nieuwe leerkrachten is een traject van lange adem. Een echte proefperiode gaat niet in het onderwijs, maar we vragen wel om al eens te komen meedraaien, om een teamvergadering of teamdag mee te maken. Wat wij heel belangrijk vinden is of iemand een ‘growth mindset’ heeft, flexibel is en echt wil werken in een team. Een einzelgänger kan hier nooit een lang leven beschoren zijn want ze rijden zich binnen de kortste keren vast. Natuurlijk kan je nooit alles op voorhand zien.
We werken ook met het TAPAS-profiel voor onze leerkrachten zelf. En we trachten een zo open en eerlijk mogelijk personeelsbeleid te voeren. We vragen aan onze teams om iedere week iemand van het team te evalueren. Zo hebben onze mensen minstens drie evaluaties per jaar. Zolang er geen problemen zijn, kom ik niet tussen. Als ik die peer reviews lees, zijn er ogenschijnlijk geen problemen, maar na verloop van tijd loopt er soms een team toch helemaal vast en dan blijkt dat de wrevel al heel lang leeft. Hoe komt het dan dat er daar nooit iets over naar boven gekomen is? Blijkt dat veel mensen heel lang over hun grenzen gaan of over hun grenzen laten gaan, frustraties niet durven uiten, en dan krijgen ze na verloop van tijd natuurlijk de rekening gepresenteerd.
Samenwerking met bedrijven
Corona heeft heel veel roet in het eten gegooid voor onze samenwerking met bedrijven, maar we zijn nu alweer volop bezig om dit opnieuw op te starten. In de derde graad staat een project in de steigers waarbij ze de gemeente, vluchtelingenorganisaties, bedrijven en non-profit organisaties betrekken. Het is niet altijd gemakkelijk om dit soort samenwerking op te zetten, en tijdens corona is de schroom om die stap te zetten misschien nog wat moeilijker geworden. Dus je merkt dat mensen terug uit hun kot gelokt moeten worden
Opmerking: Het interview vond plaats op 9 maart 2022. Mogelijk is er al een en ander veranderd in de regelgeving op het moment dat u het leest. Hier vindt u nieuwe maatregelen die in het schooljaar 2022-2023 in werking zijn getreden.
IN HET KORT:
- een brede tweede graad met leerroutes op maat van elk kind
- de meeste leerlingen blijven bij LAB tot en met het vierde jaar
- de leerlingen leiden drie keer per jaar een gesprek tussen zichzelf, hun ouders en coach en werken met hun TAPAS-profiel
- de leerlingen krijgen effectieve feedback op hun traject
- het perspectief van de leerkrachten is breder dan hun eigen vak
- er is een open dialoog om echt te kunnen versnellen
- LAB Academy bood transitie-coachingtrajecten aan lerarenteams en directies, opleiding over verbindende communicatie en duurzaam teamwerk
- stap-voor-stap op weg naar zelfsturing en gedeeld leiderschap
- een evaluatie-app die geïntegreerd werken aanmoedigt en planlast vermindert
- traject persoonlijk meesterschap staat op stapel
- leerkrachten gebruiken ook TAPAS-profiel
- samenwerking met bedrijven komt terug op gang
De steun van de Europese Commissie voor de productie van deze website houdt geen goedkeuring van de inhoud in. De inhoud geeft de standpunten van de auteurs weer en de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik dat eventueel wordt gemaakt van de daarin opgenomen informatie.