Professor Asha Kanwar
“Elk beleid moet de leercultuur en leer-kracht versterken van alle individuen, gemeenschappen en de hele samenleving”
“Levenslang leren gaat niet louter over een cursus of programma. Het gaat over een cultuur waarvan elk aspect van ons leven doordrongen zou moeten zijn. Ieder beleid moet bijdragen aan deze leercultuur en de leer-kracht versterken van elk individu, alle gemeenschappen en onze hele samenleving.” Deze krachtige boodschap bracht professor Asha Kanwar, voorzitter en CEO van de Commonwealth of Learning op de Lifelong Learning Conference in Lillehammer in februari 2023.
De Commonwealth of Learning (COL) wil bijdragen aan de economische groei, sociale integratie en milieubehoud in het Gemenebest door haar inwoners de mogelijkheid te geven om te leren door afstandsleren en daarbij (meer) technologie in te zetten.
Professor Asha Kanwar: (Praten over) levenslang leren is ‘in’ tegenwoordig. Maar het concept levenslang leren is helemaal niet zo nieuw. Vergelijk bijvoorbeeld maar eens een jonge Inuit vrouw met een kleine aboriginal jongen. Op het eerste gezicht lijken zij mijlenver van elkaar af te staan. Maar zij delen de eeuwenoude kennis die hun gemeenschap opbouwde in de duizenden jaren dat zij leerden om te gaan met extreme koude of hitte. Ik vraag me dan af wanneer die natuurlijke neiging om te (willen) leren verloren is gegaan?
Professor Asha Kanwar, CEO van Commonwealth of Learning.
Professor Asha Kanwar: Wanneer is ‘leren’ veranderd in ‘onderwijs’? Wanneer maakten wij de omslag van vooral praktische naar theoretische kennis, van leren in en van het ‘echte leven’ naar leren in een context die ver van de realiteit lijkt af te staan? Natuurlijk leven wij in een wereld waarin alles snel verandert. We moeten afrekenen met recessie en nooit geziene technologische ontwikkelingen. Vele van de jonge mensen van vandaag worden misschien wel 100 jaar of meer. Onze manier van leven en werken en de aard van onze jobs zullen daarom spectaculair veranderen, ook door ons streven naar een groene en blauwe economie. Ook onze manier van (levenslang) leren moet zich dus daarop afstemmen.
Professor Kanwar op de Lillehammer Lifelong Learning Conference: “Ik vraag me af wanneer die natuurlijke neiging om te (willen) leren verloren is gegaan? Wanneer is ‘leren’ veranderd in ‘onderwijs’? Wanneer maakten wij de omslag van vooral praktische naar theoretische kennis, van leren in en van het ‘echte leven’ naar leren in een context die ver van de realiteit lijkt af te staan?”
Een visie voor levenslang leren
Momenteel zijn leerlingen nog te vaak heel erg afhankelijk van de school en/of de leerkrachten die bepalen wat en hoe geleerd wordt. Er wordt weinig gebruik gemaakt van de andragogie, waarbij de volwassen leerlingen onafhankelijker zijn, leren wanneer zij er behoefte aan hebben, en kunnen bouwen op hun eigen ervaring. Maar ook daar wordt wat geleerd wordt, nog steeds vooral bepaald door de instelling/de lesgevers. Bij een heutagogische benadering staat de lerende echt centraal. De leerkracht/coach staat de lerende bij in het leerproces. Er is vooraf geen uitgetekend leerpad en leren kan overal en altijd gebeuren. De lerende bepaalt in overleg met de leerkracht/coach wat en hoe geleerd wordt. Deze aanpak wordt nu nog nauwelijks toegepast. We zouden deze drie manieren van leren op een goede manier moeten combineren in onze aanpak van levenslang leren.
Professor Kanwar op de Lillehammer Lifelong Learning Conference: “Bij een heutagogische benadering staat de lerende echt centraal. De leerkracht/coach staat de lerende bij in het leerproces. Er is vooraf geen uitgetekend leerpad en leren kan overal en altijd gebeuren. De lerende bepaalt in overleg met de leerkracht/coach wat en hoe geleerd wordt. Deze aanpak wordt nu nog nauwelijks toegepast.”
Levenslang leren voor economische groei, maar ook duurzame ontwikkeling
Hiervoor is een echte mindshift nodig. In India bijvoorbeeld studeren er veel ingenieurs af, zelfs te veel, maar toch hebben ze niet de vaardigheden die nodig zijn op onze veranderende arbeidsmarkt. Bovendien beweren veel werkgevers dat ze niet bereid zijn om hun vaardigheden bij te schaven. Het probleem is niet dat zij onvoldoende digitale vaardigheden hebben om bij te leren. Het probleem is dat zij nooit echt geleerd hebben om zelfstandig te (blijven) bijleren. Daarom ben ik ervan overtuigd dat iedereen moet aangemoedigd worden om zelf op ontdekking te gaan en leergierig te blijven. Ik noem dat de ‘leer-kracht’ die iedereen van nature heeft. Die leer-kracht moet gedurende de hele leerloopbaan uitgedaagd en aangemoedigd worden. Dat kan al vanaf de eerste stapjes, want elk kind is nieuwsgierig. We moeten ervoor zorgen dat we deze natuurlijke kracht in alle volgende stadia van ons leven niet laten verloren gaan want we hebben ze nodig om levenslang te blijven leren en ontwikkelen.
Levenslang leren realiseren
Investeren in goede kleuterscholen waar kinderen al vanaf heel jonge leeftijd kunnen beginnen leren, kan de leerkloof kleiner maken. Kinderen leren uit wat ze meemaken in hun jonge leventje. Hun leer-kracht door dingen te ervaren is op zijn hoogst als ze ongeveer 5 jaar zijn. Toch kan maar de helft van alle kinderen tussen 3 en 6 jaar naar de kleuterschool gaan. Toch levert iedere dollar die daarin geïnvesteerd wordt een return on investment op van 6 tot 17 dollar! Laat me enkele voorbeelden geven. In Bangladesh konden de plattelandskinderen die al vroeg naar de kleuterschool gingen tijdens hun latere schoolcarrière beter schrijven en rekenen dan de kinderen die niet gegaan waren. In Mozambique waren de kindjes die de kleuterschool volgden sociaal vaardiger en ze konden beter omgaan met hun emoties en stress. In Jamaica verdienden kinderen die vroeg begonnen leren later 25% meer dan de kinderen die dit niet deden. Dat bracht hen op hetzelfde niveau als de kinderen uit rijkere gezinnen. Daarmee is bewezen dat er niet vroeg genoeg kan begonnen worden met leren. Het verhoogt de leer-kracht significant en het verstevigt de basis om levenslang te kunnen blijven leren. In 2012 besteedde Noord-Amerika en West-Europa ongeveer 8,8% van het onderwijsbudget aan kleuteronderwijs. In de SSA-landen (Sub-Sahara-Afrika) was dat maar 0,3%. Een andere manier om de leer-kracht aan te wakkeren, hebben we voor een groot stuk te danken aan de pandemie. Toen sloegen we immers in sneltempo aan het zelfgestuurd leren, getuige daarvan de explosieve groei aan inschrijvingen voor MOOCs (massive open online courses). En we deden dat vooral om onze professionele vaardigheden aan te scherpen. Spijtig genoeg bereikten deze MOOCs vooral wie al een gedegen opleiding had, en heel vaak werden deze MOOCs ook niet helemaal afgemaakt.
MOOCs ook voor mensen die dit niet kennen of er niet voor inschrijven
Bij COL organiseerden we bijvoorbeeld een MOOC voor jonge boeren op afgelegen plaatsen. Zij konden hiervoor hun GSM gebruiken. Ik ben van mening dat ook niet-formeel of informeel leren veel meer aangemoedigd moet worden. Dat kan door wat we op een niet-formele en informele manier leren, ook op de een of andere manier te erkennen. Dat zal (levenslang) leren zoveel aantrekkelijker en duurzaam maken. Ook iedereen heeft nog geen toegang tot de nodige ICT-infrastructuur. Hieraan verhelpen zal ook een grote stap vooruit betekenen voor veel mensen die nu nog niet kunnen leren en competenties verwerven op die manier. Er moet ook op een gemakkelijke manier kunnen geschakeld worden tussen formeel, niet-formeel en informeel leren. Een belangrijke taak ligt hiervoor bij het beleid. Mensen moeten op alle mogelijke manieren worden aangemoedigd om te blijven leren. Onze leersystemen moeten erop gericht zijn onze nieuwsgierigheid blijvend te prikkelen. Opleidingsinstellingen moeten de nodige flexibiliteit aan de dag leggen en hun inschrijvingsvoorwaarden, opleidingsaanbod en hoe ze leren valideren onder de loep leggen en aanpassen waar nodig.
LEVENSLANG LEREN VOOR DUURZAME ONTWIKKELING
Door de jaren heen werd er al veel nagedacht over benaderingen voor levenslang leren. UNESCO speelde hierin een belangrijke rol.
In het zogenaamde Edgar Faure-rapport (1972) Learning to be: The world of education today and tomorrow stond de eerste formele verklaring over levenslang leren, een holistische benadering met oog voor de hele ontwikkeling van het individu.
In de jaren ‘70 lag de focus nog vooral op ‘onderwijs’. In het Delors-rapport (1996) Learning. The treasure within zien we een transitie naar ‘leren’.
Doel 4 van de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties is gericht op inclusief en rechtvaardig kwaliteitsonderwijs en de bevordering van levenslang leren voor iedereen tegen 2030. Dit komt overeen met de benadering van UNESCO dat leren als een recht ziet. Kijken we echter naar de concrete doelstellingen voor doel 4, dan vinden we er geen die rechtstreeks verband houden met een leven lang leren. Er zijn wel verwijzingen naar het verwerven van technische- en beroepsvaardigheden om in het eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. Ook naar alfabetisering en rekenen voor volwassenen, kennis en vaardigheden voor duurzame ontwikkeling, maar geen specifieke maatregelen voor opvolging op het gebied van levenslang leren voor iedereen.
Tijdens de Transforming Education Summit in 2022, drong de secretaris-generaal van de Verenigde Naties erop aan dat lidstaten intensief met het concept levenslang leren aan de slag zouden gaan. Hij wees op het belang van flexibelere leertrajecten en meer incentives om te gaan leren. Hij benadrukte ook de nood aan kwalificaties van buiten het formele onderwijs.
Volgens de Wereldbank moeten grote aantallen mensen levenslang kunnen blijven leren. Dat kan door beter in te spelen op de échte leerbehoeften. Levenslang leren moet competentiegericht zijn en bijdragen aan de kenniseconomie. Hier zien we dus een verwijzing naar competenties en de kenniseconomie. Het World Economic Forum, een andere invloedrijke organisatie, bekijkt levenslang leren vooral in de context van economische groei en individuele loopbanen. Door de jaren heen zien we dus een verschuiving van een humanistische benadering van leren naar leren dat voornamelijk wordt gezien in functie van de ontwikkeling van ‘menselijk kapitaal’. (Maren Elfert, ‘LLL in SDG4: what does it mean for UNESCO’s rightsbased approach to adult learning and education?’ International Review of Education (2019) 65:537 – 556).
John Aitchison, professor volwasseneducatie bij de KwaZulu‐Natal universiteit in Zuid-Afrika ziet twee concurrerende visies op levenslang leren: een visionaire allesomvattende visie en een andere, gedreven door utilitaire overwegingen en sterk gebouwd op competentieverwerving in functie van de arbeidsmarkt. Nobelprijswinnaar Stiglitz beschouwt het leervermogen, de kennis over leren en over de eigen leer-kracht als de belangrijkste eigenschap van een samenleving.
We weten dat levenslang leren zowel in formele, niet-formele of informele contexten kan plaatsvinden. In de formele sector zetten bijvoorbeeld de open universiteiten van Maleisië, Sri Lanka en Thailand levenslang leren centraal. Leeftijd is er geen drempel om in te schrijven en de meeste studenten krijgen de flexibiliteit om in hun eigen tempo, en eender waar of wanneer te leren. De open universiteit van Japan bijvoorbeeld richt zich heel specifiek op de derde leeftijd. Een kwart van haar studenten zit in die leeftijdscategorie. Afstandsonderwijs is er gekomen om levenslang leren mogelijk te maken voor iedereen en om te zorgen voor meer sociale rechtvaardigheid. De open universiteit van China zette tijdens de pandemie afstandsonderwijs heel gericht in om dorpen te ondersteunen. Daardoor zagen zowat 50.000 mensen hun inkomen en hun vermogen om in hun levensonderhoud te voorzien verbeteren.
Dankzij het COL-Coursera Workforce Recovery-project werden meer dan 150.000 inwoners van het Gemenebest opgeleid en bijgeschoold. Velen van hen leerden voor het eerst online tijdens de pandemie. Zij konden terecht bij helpdesks voor ondersteuning, wat ervoor zorgde dat meer deelnemers de cursus ook effectief af maakten. De School for Technical and Vocational Education and Training (TVET) in Kenia koos voor blended leren om vaardigheidstrainingen aan te bieden tegen een lagere kost. TVET-instellingen transformeren zichzelf om bij te dragen aan levenslang leren voor duurzame ontwikkeling. In partnerschap met de industrie wordt de vaardigheidskloof blended aangepakt, met just-in-time leren en microcredentials.
In de informele sector is COL’s Lifelong learning for farmers een voorbeeld van leren voor duurzame ontwikkeling op het platteland. COL ondersteunt het leerproces, speciaal voor analfabete vrouwen, die hun telefoon kunnen gebruiken om in hun eigen taal te leren. COL zorgde voor de contacten met relevante deskundigen zoals bijvoorbeeld landbouwuniversiteiten en veterinaire hogescholen, banken, de markt, enzovoort. Dit alles om een beter bestaan tot stand te brengen voor de bewoners van diverse gemeenschappen op het platteland.
Foto Commonwealth of Learning
Professor Asha Kanwar: “Op het platteland ondersteunt COL het leerproces van analfabete vrouwen die hun telefoon kunnen gebruiken om in hun eigen taal te leren.”