Foto Eluj op Pixabay
Voorzitter Partnerschap Levenslang Leren Ans De Vos
“Als het goed zit, is op je talenten inzetten de kern van wat je elke dag doet, in een context waarin je gezien wordt”
Ans De Vos is voorzitter van het Partnerschap levenslang leren. Samen met de partners werkte ze aan een Actieplan levenslang leren ‘Koers zetten naar een lerend Vlaanderen’. Het actieplan volgt de Europese ambitie om tegen 2030 tot een opleidingsdeelname van 60% voor (non-)formeel leren te komen. We spraken Ans over levenslang leren voor duurzame loopbanen op een studiedag die Euroguidance Vlaanderen op 14 oktober 2022 organiseerde.
Volgens u staat het oude model van ‘studeren, een aantal jaren werken en daarna op pensioen gaan’ onder druk?
Ans De Vos: Aan de start van je studietijd maak je een keuze, maar het is al lang niet meer zo dat je daarna een aantal decennia aan de slag kunt blijven in een bepaald beroep of richting. Ik weet nog dat ik zelf last-minute, in het jaar dat ik aan het hoger onderwijs zou starten, veranderde van vertaler-tolk in Antwerpen naar psychologie in Leuven. Ik vond dat toen spannend om dat aan mijn ouders mee te delen. Gelukkig werkten zij in een CLB en in de lerarenopleiding, dus ze hadden daar alle begrip voor. Aan dat oude model zijn we al lang aan het sleutelen. Bijvoorbeeld in Leven, leren en werken in 2050 komt dat aan bod. In de meeste gezinnen gaan beide ouders uit werken. Het is niet meer zo vanzelfsprekend voor iedereen om die lineaire loopbaan vol te houden. We zien ook dat jobs steeds sneller veranderen en de gevraagde competenties en noden wijzigen. Je voelt als persoon ook aan dat ‘leven, leren en werken’ steeds meer samenkomen. Daardoor krijg je een model waarin die 3 lagen van ‘studie-werk-pensioen’ door elkaar lopen. Voor mijn part mag je daar ook nog een laag ‘zorgen’ over leggen. Zorgen voor kinderen, of voor ouders, of voor wie dan ook. Misschien ook wel voor een engagement dat we elders in de maatschappij willen opnemen?
Dat klinkt heel logisch als u dat zo zegt. Maar in de realiteit kan dat misschien ook wel heel lastig aanvoelen?
Ans De Vos: Dat is zo. Bijvoorbeeld op je werk heb je een heel drukke boeiende agenda, maar tegelijk ben je nog een opleiding aan het volgen en zijn er thuis ook veel dingen die moeten gebeuren. Dan snak je soms naar tijd om tot jezelf te komen. Het is niet zo gemakkelijk om dat allemaal in de praktijk te brengen. Daarom is mijn betoog dat je op twee fronten moet inzetten vandaag de dag. Dan denk ik eerst aan die hele grote groep van mensen die al aan de slag zijn, of waarvan we zo graag zouden hebben dat ze (terug) aan de slag zouden gaan. Zij hebben al een schoolloopbaan en een verdere ontwikkeling doorlopen. Maar we moeten het traditionele model ook gaan omdenken, samen met de toekomstige generaties die vandaag nog in hun leerloopbaan zitten. Anders blijf je dweilen met de kraan open. Je zou dan wat fatalistisch kunnen denken dat er zoveel moet veranderen bv. op wettelijk gebied dat er geen beginnen aan is. Maar tegelijk zie ik dat er toch al heel veel gebeurt, op microniveau, in scholen en onderwijsinstellingen, in loopbaanbegeleiding, in organisaties, in sectoren. Ik geloof ook dat we het van daaruit moeten doen gebeuren. Daarin heeft het Actieplan levenslang leren zijn belang. We gaan daarin kijken hoe al deze concrete acties bijdragen aan een meer afwisselend model van ‘studie-werk-zorg-pensioen’ en hoe dat meer ‘normaal’ kan worden. Van daaruit kunnen we dan naar het beleid uitdragen wat er nodig is om dit te realiseren en te ondersteunen.
Dat doet denken aan uw idee over ‘duurzame loopbanen’?
Ans De Vos: Een duurzame loopbaan is voor mij inderdaad waar het eigenlijk om draait, zowel vanuit macro-perspectief, als vanuit organisatie- en individueel perspectief. Er verandert zoveel rond ons. We kunnen dat niet controleren en dat jaagt ons ook wel eens angst aan. Het gaat immers al lang niet meer alleen over grote veranderingen op technologisch vlak, over klimaatopwarming en andere zaken waar we ons mogelijk nog op kunnen voorbereiden. Het coronavirus heeft ons pal in de flank geraakt. Ook wat er nu geopolitiek gebeurt en de hele energieproblematiek overvalt ons en daagt ons uit. Hoe kunnen we er dan voor zorgen dat mensen doorheen hun professionele levensfase het kruispunt vinden tussen wat zij kunnen en willen en wat een organisatie nodig heeft? Heel goed wetende dat dit kruispunt voortdurend in beweging is. We veranderen immers voortdurend als mens, gewoon al door het simpele feit dat we ouder worden. We gaan als mens door verschillende levensfasen. Ook een organisatie blijft niet hetzelfde. Het is in die dynamische context dat we er voor moeten zorgen dat we niet alles opgebruiken door ons dagelijks werk, maar dat we ook kansen krijgen om nieuwe competenties te ontwikkelen waar we energie uithalen om voort te kunnen gaan. Alleen op die manier kunnen we duurzaamheid in onze loopbanen brengen.
Wanneer is een loopbaan duurzaam, volgens u?
Ans De Vos: Voor mij zit dat in een win-win. Een duurzame loopbaan verloopt niet vlak of lineair stijgend. Op sommige momenten zal die loopbaan wel eens onder druk komen te staan, maar over de tijd heen moet er wel een gezonde balans zijn tussen resultaten halen en je goed voelen in wat je doet. Heel belangrijk is dat je inzetbaar blijft, als we wat vooruitkijken. Ik denk dat dat vandaag zelfs één van de grootste oplossingen voor de competentie-mismatch op de arbeidsmarkt is, namelijk dat we mentaal en fysiek gezond aan de slag kunnen blijven.
“We moeten aandacht hebben om terug die verbinding en die mentale gezondheid te realiseren. Dat gaat niet alleen door bijvoorbeeld fruitmanden te voorzien, yogasessies, teambuildings, enzovoort. Die zijn ook belangrijk, maar het is niet de kern van wat je doet.”
Waarom richt u uw blik zo sterk op duurzame loopbanen?
Ans De Vos: Het is heel belangrijk dat we dat ruime perspectief nemen als we het over competenties en het belang van levenslang leren hebben. Het is ook de ruimere blik waarmee ik zelf aan de slag ga met mijn studenten en met organisaties. Het gaat immers niet alleen over competentieontwikkeling vanuit de mismatch tussen wat op de arbeidsmarkt gevraagd wordt en wat mensen in hun rugzak hebben. In de loopbaankeuzes van mensen zelf speelt immers veel meer mee dan die objectieve – niet te contesteren – nood aan matching. We moeten kijken naar de totale persoon. Mensen maken nooit alleen een keuze vanuit die hele rationele overwegingen, maar wel vanuit hun ruimere context. Sommige mensen ervaren mogelijk drempels om te blijven leren. Anderen willen juist gestimuleerd worden in hun groei, in hun inzetbaarheid. Dat is heel afhankelijk van de persoon en ook wel van de specifieke context waarin iemand zich op een bepaald ogenblik in het leven bevindt. Maar voor iedereen is er altijd die nood aan werkbaar werk en de nood om verbinding te vinden tussen waar je zelf naar op zoek bent en waar je het voor doet in je loopbaan. Want als mensen niet meer goed zien waarom ze het eigenlijk doen, zet dat de duurzaamheid van hun loopbaan sterk onder druk. Dat zie ik ook bevestigd in studies die wij de voorbije jaren in ons Next Generation Work Center gedaan hebben en waarin we werkgevers én werknemers vroegen naar de impact van de vele veranderingen op hun werk en loopbaan. We zagen dat heel wat mensen aangeven dat veranderingen hen uitdagen om tot een andere manier van werken te komen. Door corona is dat plots allemaal heel snel gegaan. Maar mensen benoemen naast de moeilijke ook wel positieve zaken. Bijvoorbeeld dat ze nieuwe leermogelijkheden en uitdagingen zagen. Sommigen merkten zelfs dat ze nog andere sterktes hebben dan diegene die ze tot dan toe hadden kunnen inzetten. Maar er kwam ook veel over het mentaal welzijn onder druk, de verbinding die mensen wat verloren hebben. Dat bleek echter ook al een bekommernis toen er van de coronacrisis nog geen sprake was! Dus we zien dit toch wel als een echte trend. Het bevestigt voor mij nog eens dat we het ruimere kader in het oog moeten houden als we het over duurzame loopbanen hebben. Want als ons mentaal welzijn eronder lijdt is dit een hele sterke drempel om hierop nog in te zetten als persoon. We moeten aandacht hebben om terug die verbinding en die mentale gezondheid te realiseren. Dat gaat niet (alleen) door bijvoorbeeld fruitmanden te voorzien, yogasessies, teambuildings, enzovoort. Die fruitmanden e.d. zijn ook belangrijk en fijn, maar het is niet de kern van wat je doet. Als het goed zit, is de kern van wat je elke dag doet op je talenten inzetten. En dat liefst in een context waar je gezien wordt voor wie je bent en waar je op een evenwichtige manier feedback kunt krijgen. Daar geloof ik sterk in.
“Uit ons onderzoek blijkt dat veranderingen mensen uitdagen om tot een andere manier van werken te komen. Door corona is dat plots allemaal heel snel gegaan. Naast de moeilijke zaken benoemen ze er ook wel positieve. Bijvoorbeeld dat ze nieuwe leermogelijkheden en uitdagingen zagen. Sommigen merkten zelfs dat ze nog andere sterktes hebben dan diegene die ze tot dan toe hadden kunnen inzetten.”
Als we het over levenslang leren hebben, is die toekomstbestendigheid echt wel meer dan louter inzetbaarheid. We hebben nogal eens de neiging om vanuit het begrip menselijk kapitaal louter vanuit competentieontwikkeling te redeneren in functie van de arbeidsmarkt en het economisch denken daarrond. En natuurlijk, wat je kan en wat je kent, je vaardigheden en je kennis zijn heel belangrijk en bepalend. Maar toekomstbestendigheid heeft ook te maken met je sociaal kapitaal. Als je een opleiding volgt of geeft, of je begeleidt mensen en je kan dat doen in een context waar je elkaar echt kan ontmoeten, dan is dat onmiddellijk een hele andere ervaring dan wanneer je dit digitaal doet.
Dus je kan ook zeggen dat je door te leren, door uit je comfortzone te stappen, door nieuwe mensen te ontmoeten, bijvoorbeeld in een opleidingscontext of door een stage te doen, je niet alleen inhoudelijk dingen leert, maar dat je ook leert connecteren met nieuwe mensen? Dat je dus in die nieuwe context ook je sociaal kapitaal vergroot?
Ans De Vos: We hebben dat met corona allemaal heel hard gevoeld toen dat allemaal wegviel. Ik zie dat vandaag ook nog als een hele grote drempel, ook bij mensen die al aan het werk zijn, om bijvoorbeeld intern een stap te doen. Ze zitten met de schrik om bv. collega’s te moeten achterlaten waar ze al jaren mee samenwerken en om iets helemaal anders te gaan doen. Ze voelen weerstand om iets anders te gaan leren en ze vragen zich af of ze dat wel gaan kunnen. Er is de angst om in een context te stappen van mensen die ze niet kennen. Ze vragen zich af of ze zich daar wel goed gaan voelen en of ze die verbinding wel aan kunnen gaan. Het zijn vaak dat soort mentale drempels die mensen tegenhouden. Dus inzetten op levenslang leren kan ook daar een hele belangrijke versterkende factor zijn.
U sprak over menselijk kapitaal en sociaal kapitaal. Als psycholoog voegt u daar ook nog psychologisch kapitaal aan toe?
Ans De Vos: Dat gaat over geloof in eigen kunnen, optimisme, hoop, veerkracht. Dat zijn kwaliteiten die we vandaag heel hard nodig hebben, gewoon om te kunnen functioneren in de maatschappij. Maar ook om te durven springen als er een verandering is in je organisatie, in je werkdomein of om de stap te zetten naar een opleiding die je naar een beroep leidt. Om uit je comfortzone te treden, heb je al een basisdosis van dat psychologisch kapitaal nodig en is het vaak net het gebrek daaraan dat mensen tegenhoudt. Maar opnieuw, het is eigenlijk omgekeerd. Door een leerervaring te hebben en te merken dat het normaal is dat je eerst iets niét kunt voor je iets wél kunt – anders ben je niet aan het leren – dat je die veerkracht en je geloof in eigen kunnen juist ontwikkelt! Want je wordt erdoor uitgedaagd, maar ook ondersteund om die stap zetten. En dat is de essentie van leren, namelijk dat je kwetsbaar bent als je dingen moet doen die je nog niet gewoon bent. Maar juist daardoor ontwikkel je heel belangrijke kwaliteiten die je ruimere toekomstbestendigheid voor een stuk gaan bepalen. Maar dat vraagt tijd.
Je kan leren en ontwikkelen en duurzame loopbanen inderdaad niet van elkaar loskoppelen.
Ans De Vos: Door je loopbaan heb je meerdere ervaringen en ontwikkel je nieuwe competenties. Dat kan zijn in de job die je vandaag doet. Dat kan zijn door te veranderen. Dat kan zijn door eruit te stappen en iets helemaal anders te gaan doen. Maar het blijft natuurlijk ook zo dat je een aantal competenties nodig hebt als voorwaarde om een nieuwe stap te kunnen zetten. Het is die tweeledigheid die ik echt wel heel erg belangrijk vind als we over opleiding, begeleiding en ondersteuning van mensen spreken. Dat er geen schotten zijn tussen die zaken. Het valt me trouwens zelf als docent altijd op dat het ook voor mijn studenten – die toch heel gemotiveerd zijn en de mogelijkheid hebben om les te volgen aan een managementschool –nog altijd heel moeilijk is om te benoemen wat ze écht aan het leren zijn. Ze kunnen wel een vak benoemen maar om dan zelf ook te benoemen welke competenties zij aan het ontwikkelen zijn en wat ze daar mee gaan kunnen doen, is niet vanzelfsprekend. Daarvoor moet je echt aan de slag.
Is dat ook in het Actieplan terug te vinden?
Ans De Vos: Zeker! We willen daarin samen op weg gaan om de leercultuur in Vlaanderen te versterken, zoals er in het Vlaamse regeerakkoord staat. We willen dat iedereen leergretig is, naar welke doelgroep je ook kijkt. En daarvoor moeten drempels worden weggewerkt en moeten we samenwerken. Dat is zelfs de belangrijkste boodschap. Want als je die duurzame loopbaan vanuit een breed perspectief wil bekijken, moeten we inderdaad samen aan de slag. We moeten zien wat er nodig is om niet alleen mensen aan het leren te brengen, maar ook organisaties. We moeten ook in ons aanbod dat lerende versterken. Daarvoor zijn competenties belangrijk, maar is ook die ondersteuning en begeleiding een heel belangrijke stroom. In enkele ‘vlaggenschepen’ brachten we een aantal acties samen die vandaag al lopen.
Ons appèl is vooral dat we samen aan de slag gaan zodanig dat we samen een context creëren waar iedereen – jong, oud, hooggeschoold of laaggeschoold, schoolmoe of levenslange lerend – zich aangemoedigd voelt en ook aangesproken om in die leercultuur mee te stappen. Dat is een hele opdracht, maar ook een hele boeiende.
Ans De Vos werkt aan de Antwerp Management School als gewoon hoogleraar en ook als hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen. Al sinds het begin van haar loopbaan is ze met de thema’s ‘loopbaanontwikkeling’ en ‘inzetbaarheid’ begaan. Zij heeft een master in psychologie en een bijkomende opleiding in human resource management. Meteen na haar studies ging ze aan de Vlerick Business School aan de slag. Daar heeft ze ook haar doctoraat gemaakt, maar tegelijk was ze van in
het begin betrokken bij beleidsgerelateerd onderzoek, onder meer in strategisch arbeidsmarktonderzoek in de VIONA-projecten. Haar eerste project ging over collectief outplacement. In deze VIONA-projecten is levenslang leren ook altijd een belangrijk thema geweest. Ze was ook nog betrokken bij de continuing vocational training survey (CVTS) van Eurostat waar ze aan de slag ging met de resultaten voor Vlaanderen.