Foto Innovation Tour Imos

ALLVIEW timmert aan Europees Center of Vocational Excellence voor hout

De Europese Commissie wil dat er in Europa Centers of Vocational Excellence (CoVE) worden opgericht en geeft hiervoor ondersteuning vanuit het Erasmus+ budget onder kernactie 3. Deze CoVE moeten de belangrijkste katalysator in het EU-beleid voor het beroepsonderwijs worden. Het zijn transnationale samenwerkingsplatforms waarbij – lokale of Europees werkende – centra van een bepaalde sector verbonden worden. 22 partners uit 8 landen timmeren aan een CoVE voor hout en meubelmakerij. Voor het eerst zijn er ook Belgische partners betrokken in een soortgelijk pilootproject: sectororganisatie Woodwize, VTI Waregem, VDAB en Europese netwerkorganisaties gevestigd in Brussel: Eurada, Innovawood.

PROJECTDOELEN

  • .Een raamwerk ontwikkelen op basis van artificial intelligence en machine learning om toekomstige vaardigheidsbehoeften te voorspellen en om loopbaanplanning voor te stellen
  • Nieuwe curricula ontwikkelen voor industrie 4.0, circulaire economie, ambient assisted living en maatschappelijk verantwoord ondernemen
  • Nieuwe tools en lesmethodes ontwikkelen met behulp van augmented reality en virtual reality en 3D-printing
  • Een breed aanbod aan mobiliteitsacties voor studenten en docenten via een Europees platform voor duaal leren 
  • Een blauwdruk maken voor training en opleiding in de hout- en meubelsector
  • Kwaliteitsborging volgens EQAVET en de geldende industrienormen.

PARTNERS

  • 22 partners uit 8 landen (Spanje, Italië, Frankrijk, Duitsland, België, Nederland, Slovenië, Polen)
  • Belgische partners: Woodwize, VTI Waregem, VDAB, maar ook Eurada, Innovawood (netwerkorganisaties gevestigd in Brussel)
  • Promotor Cetem (Yecla, Murcia Spanje)
Picture Audrey Azoulay

DOELGROEPEN

  • Studenten uit technisch en beroepsonderwijs
  • Managers, kaderleden en medewerkers van ondernemingen in de hout- en meubelindustrie in Europa
  • Werknemers en werkzoekenden
  • Studenten vanaf EQF5 in beroepsgerichte opleidingen (graduaat)
  • Studenten hoger onderwijs (EQF6 = professionele bachelor)

“Met ALLVIEW willen we belangrijke maatschappelijke en ecologische uitdagingen het hoofd  bieden”

Het houtonderwijs zit in bijna alle Europese landen met dezelfde problemen. Er kiezen te weinig jongeren voor een opleiding hout in BSO/TSO en na de opleiding stromen ze te weinig door naar de sector zelf. Verder krijgen alle landen en ook verschillende sectoren te maken met dezelfde uitdagingen: digitalisering, industrie 4.0, circulaire economie, maatschappelijk verantwoord ondernemen. In de hout- en meubelsector hebben de meeste scholen voor beroepsonderwijs in de EU wel 

uitgebreide infrastructuur om de traditionele manier van houtbewerking en meubelproductie aan hun leerlingen en studenten aan te leren. Maar er is een gebrek aan innovatie, technologische evolutie om de maatschappelijke en ecologische uitdagingen het hoofd te bieden. Er is ook een groot gebrek aan studenten en werknemers met die nieuwe vaardigheden. Aan de andere kant leveren sommige ondernemingen uitstekend werk op het gebied van digitalisering, groene bedrijfsmodellen en sociale integratie. 

Jeroen Doom

Jeroen Doom is directeur van sectororganisatie voor hout- en meubelsectoren Woodwize.

Woodwize kent de houtsector door en door, en deelt die kennis met werkgevers, werknemers, leerkrachten en leerlingen.

In 2019 werden de eerste 5 pilootprojecten voor een CoVE geselecteerd. ALLVIEW behoort tot de goedgekeurde projecten in 2020. Voor de eerste keer was hier een project bij met Belgische partners. 

Jeroen Doom: Uit vorige Europese projecten en ook uit de contacten met buitenlandse collega’s waar we ervaring mee uitwisselen weten we dat alle landen te maken krijgen met dezelfde uitdagingen. In ons project ALLVIEW willen wij met de industrie en regionale opleidingsinstanties de sectorale behoeften in kaart brengen en afstemmen op de hoger genoemde beleidslijnen en zo de duurzaamheid ervan verzekeren. Zelf worstelen we bijvoorbeeld heel erg met het vertalen van de aantrekkelijkheid van de houtsector naar jongeren. We merken dat ze er vaak een heel ambachtelijke visie op hebben. Terwijl we eigenlijk heel erg ‘high tech’ bezig zijn met alles wat te maken heeft met circulaire economie, digitalisering, domotica, ambient assisted living (AAL).… Hoe kunnen we dat overbrengen en als het ware ons product beter verkopen? Daar zijn we nog niet uit en daar willen we in dit project ook aan werken.

 

Waarom besloten jullie om in een Europees project voor een CoVE te stappen?

Jeroen: Wij zijn al een aantal jaar bezig met Europese projecten. In het project Digit-Fur voerden we een studie uit over digitalisering in de sector en de bijhorende competenties. Momenteel doen we een gelijkaardige studie in het project Sawyer over de impact van circulaire economie op de hout- en meubelsector in Europa. Daar was Vlaanderen Circulair ook nauw bij betrokken. Deze projecten worden gefinancierd met Europees geld bestemd voor de ‘sociale dialoog’ vanuit DG Employment van de Europese commissie. Daar is dan weer een sector skills alliance project (KA2) uit voortgekomen voor ‘digital transformation manager’. We deden ook een gelijkaardig project, EQWood, over innovatie waarbij al een aantal van de huidige partners betrokken waren. En we waren ook betrokken bij het project In4Wood waarvan de eindconferentie hier in Brusssel bij partner Eurada was. João Santos van DG Employment van de Europese Commissie kwam daar de nieuwe oproep voor aanvragen voor CoVE voorstellen. Na afloop van die conferentie begonnen bij een aantal partners de ideeën al te borrelen. We wilden iets doen met digitalisering, circulaire economie en ambient assisted learning waar de Spaanse partners heel sterk mee bezig zijn en waar we nog veel van kunnen leren. Zulke dingen alleen in Vlaanderen aanpakken heeft geen zin. Samen en op Europees vlak kan je gewoon meer realiseren. Dat zag iedereen wel in. Belangrijk was wie een dergelijk project wou trekken want dat is een hele klus en een niet te benijden job. Toen heeft het Spaanse Cetem toegezegd om aan deze kar te trekken. Tussen het projectidee en de deadline voor de indiening is er toch nog wel wat tijd over gegaan om het partnerschap samen te stellen, want je moest in 4 landen 3 soorten kernpartners hebben: een sectororganisatie, een VET-instituut (VET = vocational education en training) en een officiële organisatie, wat bij ons dan VDAB is geworden. Die samen krijgen was niet gemakkelijk, te meer omdat de idee voor het hele project ook nog niet helemaal duidelijk was. Dus dat moest ook nog helemaal uitgewerkt worden. Maar dat gaat met de meeste Europese projecten zo: de deadline komt dan plots heel snel dichtbij want er is veel overleg nodig. Er zitten ook heel veel aspecten aan zo’n projectaanvraag. De aanvraag is dan ook een boek geworden van 188 bladzijden (lacht). Er staan bijvoorbeeld ook al de regionale dimensies in en wat bijvoorbeeld de speerpunten zijn in Vlaanderen, Wallonië en Brussel, welke clusters en welke link er is met de sector, enzovoort. Bij ons in Vlaanderen gaat dat vooral over duurzaam wonen en duurzame materialen.

De dingen alleen in Vlaanderen aanpakken heeft geen zin. Samen en op Europees vlak kan je gewoon meer realiseren. Dat zagen alle projectpartners wel in.

Ongeletterde man

Er bestaan al mooie voorbeelden van inclusief ondernemen in de houtsector, maar er is nog veel werk aan de winkel.

Wat is de rol van Woodwize in het project?

Onze rol in het project is ‘disseminatie en exploitatie’ om het in het Europese jargon te zeggen. Onze voornaamste taak is dus ons project en de projectresultaten bekend maken, ook bij een groter publiek, en bekijken hoe we met deze resultaten, ook na het einde van het project, aan de slag gaan en blijven. We zullen uiteraard bijdragen aan de ontwikkeling van een Europees platform voor duaal leren, want daar zijn wij zowel in Vlaanderen als in Wallonië al heel nauw bij betrokken. Inhoudelijk hebben we ook een redelijk grote rol in het luik over maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en ook bij het luik kwaliteitszorg. Wij spelen natuurlijk ook onze rol als sectorale organisatie in het maken van een ‘blauwdruk’ waarin we een strategie op langere termijn en op Europees vlak afspreken voor opleiding en training in de houtsector. Daar zullen we ook de Europese sociale partners bij betrekken, dus niet alleen de projectpartners maar ook de Europese vakbond voor houtbewerkers (EFBH), de Europese federaties EFIC en CEI-Bois en de sectororganisaties van nog meer landen, zodat zij hun inbreng hebben en die strategie ook verder kunnen uitdragen.

Wat is de rol van de andere projectpartners?

VTI Waregem is een van de topscholen in onze sector met veel leerlingen en een heel moderne uitrusting. De school werkt heel nauw samen met de industrie in de regio en zij zijn ook al lang betrokken bij Europese uitwisselingen. Ze hebben onder andere een VET-charter én ze hebben de capaciteit om mee te stappen in zo’n groot Europees project waar zij vooral een rol hebben in het luik over duaal leren, zowel als zendende school als ontvangende. Als wij denken aan Europese uitwisseling is het altijd gemakkelijk om dat via een school te doen, ook als we het over bedrijfsstages hebben. Want duaal leren op Europees vlak gaat vaak eerder over een langere bedrijfsstage. Leerkrachten of leerlingen kunnen dan in de school al een aantal zaken van naderbij bekijken waar ze dan in het bedrijf waar ze naartoe gaan extra rekening mee kunnen houden. VDAB is heel sterk in matching van vacatures, via het matchen van de competenties die gevraagd worden en de competenties van de werkzoekende. Zij zijn voorloper hierin, ook op Europees vlak. Ze doen dat op basis van artificial intelligence en machine learning. We willen een soortgelijke matching tool uitwerken om opleidingstrajecten op maat te kunnen aanbieden aan werkzoekenden en werknemers. In het uitwerken van die tool zal VDAB een grote rol spelen. Eurada en Innovawood zijn netwerkorganisaties. Innovawood is gevestigd in Brussel en het is een Europese netwerkorganisatie voor R&D in hout. Daar zitten universiteiten in, opleidingscentra, heel breed eigenlijk. Eurada is ook een netwerkorganisatie van regionale ontwikkelingsagentschappen die ook met verschillende regio’s contact hebben.

Woodwize werkt al langer aan MVO?

Inderdaad, onze focus ligt al een aantal jaren op inclusief ondernemen, maar we zijn dat net aan het uitbreiden samen met de Vlaamse overheid. Dus dat past perfect in het ALLVIEW project. Dingen die we op Vlaams niveau kunnen of willen doen, kunnen we direct opentrekken naar het Europese niveau en ook rechtstreeks aftoetsen met Europese collega’s. Onze bedrijven vinden vaak geen of niet de juist geschoolde werknemers. Uit de sectorfoto van de Vlaamse overheid blijkt ook dat bedrijven (te) weinig mensen van vreemde origine tewerkstellen. We zijn ook nog altijd een heel mannelijke sector met weinig vrouwen. Wij proberen bedrijven te helpen om ook andere bronnen aan te boren om voldoende technisch geschoold personeel te vinden. Heel veel nieuwkomers (uit Syrië bijvoorbeeld) hebben vaak een goede technische kennis en vaardigheden in de meubelmakerij, maar ze spreken bijvoorbeeld nog niet onze taal en kennen misschien onze machines nog niet zo goed. Wij proberen bedrijven over de streep te trekken om ook die groepen aan te trekken. Daarvan hebben we al een aantal heel mooie voorbeelden kunnen opnemen in ons inclusiehandboek, maar er is ook nog veel werk.

In MVO heb je een luik dat gaat over ‘de mens’ (people) waar we al heel lang mee bezig zijn, maar je hebt ook ‘milieu’ (planet) wat bijvoorbeeld in de ‘circulaire economie’ ook weer aan bod komt. En dan heb je ook het luik ‘maatschappij’ want niemand werkt op zijn eentje. In Europa zijn daar ook al heel wat collega’s mee bezig, en dat is dan weer het voordeel van zo’n groot partnerschap. We kunnen daarin veel van elkaar leren. We hebben ook contacten in het buitenland met zowel opleidingsinstellingen als federaties, als kenniscentra. Sommigen zijn sterker in het ene, andere in het andere. We proberen uit die verschillende hoeken wat te gaan halen en te implementeren in Vlaanderen.

Onze aanpak past perfect in de Europese New Skills Agenda en Upskilling Pathways

Wat denk of hoop je dat er veranderd of verbeterd zal zijn na afloop van het project?

Met ons project hopen we dat er voor MVO een groter draagvlak zal komen. Wij zien in onze sector in België dat bedrijven heel graag goede voorbeelden horen van collega’s uit de eigen sector, veel minder dan van uit andere sectoren. Als ze horen “mijn concullega doet dat ook en haalt er goede resultaten mee” dan kan je daar stappen zetten. We hopen ook heel wat opleidingen extra te kunnen aanbieden – niet alleen over MVO, ook over industrie 4.0 en digitalisering, over circulaire economie. Een aantal andere landen werkte daar al opleidingsinhouden voor uit en die kunnen wij ook aanbieden, bijvoorbeeld in samenwerking met de Hogeschool Gent die geen partner is maar wel geïnteresseerd in de projectresultaten. Vlaanderen is ook bezig met de modernisering van het secundair onderwijs, waar wij hopen om het huidige 7TSO productie- en planningstechnieken (de zogenaamde SenSe) te kunnen omzetten in een graduaatsopleiding, dus een HBO5-opleiding. We zien immers dat door de digitalisering voor heel veel zaken een hoger niveau gevraagd wordt. Het probleem is dat die opleiding dan niet meer in een technische school zit maar in een hogeschool of centrum voor volwassenenonderwijs. Dus die linken zijn we nu ook al aan het leggen. Op die manier proberen we ervoor te zorgen dat ook leerlingen uit BSO en TSO naar die richtingen kunnen doorgroeien. Bovendien kunnen we die opleidingen, in samenwerking met onze partner VDAB, ook aanbieden aan werknemers en werkzoekenden. Want de sector evolueert zo snel en mensen moeten zich vlot kunnen bijscholen.  Soms zijn buitenlandse modules met een heel simpele vertaalslag over te zetten naar de Vlaamse situatie en zo hebben wij dan ook weer een nieuw opleidingsaanbod.

Een tweede zaak is dat we bezig zijn om het duaal leren verder uit te werken in Vlaanderen, en daar gaan we heel hard onze schouders onderzetten. In onze sectorconvenant komt er een speciaal addendum over duaal leren. Mochten we dat ook op Europees vlak kunnen realiseren, is dat natuurlijk een enorme meerwaarde. We weten dat een aantal scholen daar erg in geïnteresseerd is. Dat willen we nog meer structuur geven door de uitbouw van een Europees leerplatform waar scholen in onze sector – hout en meubelmakerij – heel gemakkelijk zelf de contacten kunnen leggen. Dat zou voor Vlaanderen ook een grote meerwaarde zijn om eens over het muurtje te kunnen gaan kijken. 

Het is ook de bedoeling een raamwerk te ontwikkelen op basis van artificial intelligence en machine learning om ‘skills gaps’ te detecteren en een gepersonaliseerd opleidingstraject voor te stellen. We kunnen hiervoor bouwen op de resultaten van vorig projecten over digitale transformatie, zoals DiTraMa, waar we leerinhouden uitwerkten voor verschillende groepen. We goten dat toen in een Excel-document voor 25 beroepsprofielen en de matching gebeurt nog heel manueel. Het was wel mogelijk om aan te duiden welke modules nuttig en gebruiksklaar waren voor al die specifieke groepen. Dat willen we nu in dat AI-raamwerk integreren. De idee in dit project is: geef aan wat jouw competenties zijn en je krijgt een leertraject op maat aangeboden, conform de Europese ESCO-profielen. Daarmee zullen we dan bijvoorbeeld aan een meubelmaker voorstellen welke modules voor hem of haar nuttig zijn, en welke niet. Als hij/zij al veel competenties heeft, maar zich nog beter wil klaarstomen voor de toekomst, bieden we dan alleen de modules aan over digitalisering. Maar iemand kan ook kiezen voor alleen een bepaald onderdeel. Op die manier past onze aanpak perfect in de Europese New Skills Agenda en het Upskilling Pathways-iniatief.

INTERESSANTE LINKS

CoVE zijn gericht op een innovatieve aanpak voor de modernisering van het beroepsonderwijs. Het zijn partnerschappen tussen beroepsonderwijsinstellingen, bedrijven en andere organisaties, met als doel sterkere lokale en regionale verbindingen te leggen.

Pilootproject PoVE water was bij de eerste 5 CoVE pilootprojecten en wordt gecoördineerd door CIV Water in Nederland. Het transnationaal project bouwt voort op bestaande en nieuwe beroepscompetenties en vaardigheidsbehoeften in de watersector en vertaalt ze naar een aanpak van excellente beroepsopleiding.  Meer info op de website van PoVE.

De eerste 5 pilootprojecten die geselecteerd werden in 2019 stelden zich voor tijdens een online conferentie in juni 2020. Het zijn de projecten DESA, DIHUB, EXAM 4.0, POVE WATER en TALENT JOURNEY. Een verslag en de slides van de conferentie vind je hier.